• Wolderwijd logo
 
header jurist

In verzet komen...

na verstek te hebben laten gaan?

Verstek laten gaan? Niet zonder gevolgen!

3 minuten mr. Mariëlle Ducaat huurrecht voor huurders 17 januari 2023 2024

Dat het niet verstandig is om als gedaagde partij géén gehoor te geven aan een oproep om voor de rechter te verschijnen hoef ik aan de meeste cliënten niet uit te leggen. Toch gebeurt het, met enige regelmaat, dat een gedaagde partij niet verschijnt (verstek laat gaan). Soms omdat de gedaagde niet op de hoogte is van het feit dat hij is opgeroepen om voor de rechter te verschijnen, omdat hij de dagvaarding in zijn postbus bijvoorbeeld heeft gemist. Soms echter ook omdat de gedaagde er bewust voor kiest om niet te verschijnen. Zo ook in een recente huurkwestie waarin ik de verhuurder bijstond. Wat was er aan de hand?

De zaak

In deze zaak had ik, op last van de verhuurder, de huurder opgeroepen om in (in kort geding) voor de rechter te verschijnen. Hoewel de huurder op de hoogte was van de zitting, koos hij er toch voor om verstek te laten gaan. Op de zitting was de huurder dus niet aanwezig. De afwezigheid van de huurder betekent echter niet dat de zaak dan niet doorgaat. De zaak gaat namelijk wel degelijk door en de rechter wijst ook gewoon vonnis. Alleen zonder het verweer van de wederpartij, die immers verstek heeft laten gaan. Als de vorderingen de rechter niet onaannemelijk voorkomen worden deze in de regel toegewezen. Zo ook in deze huurzaak. De rechter wees de vorderingen van de verhuurder volledig toe; we hadden de zaak gewonnen. 

In verzet gaan

Een verstekvonnis hoeft voor de gedaagde niet direct ''einde verhaal'' te zijn. De wet kent namelijk de mogelijkheid om in verzet te komen tegen een verstekvonnis. Als de gedaagde partij in verzet wenst te komen tegen het verstekvonnis dan is hij wel zelf aan zet. Hij zal binnen vier weken vanaf het moment dat het vonnis aan hem is betekend, of hij op een andere manier bekend is geworden met de inhoud van het vonnis, het verzet moeten instellen. Dat doet hij door een verzetdagvaarding uit te brengen aan de eisende partij. Als de gedaagde in verzet is gekomen, zal de procedure dan alsnog -ditmaal op tegenspraak- continueren. 

De tweede ronde...

In onze zaak kwam de huurder ook in verzet. Wat enigszins opmerkelijk was aangezien hij ook gewoon de eerste keer had kunnen verschijnen. Om zijn moverende redenen koos de huurder daar echter niet voor en diende hij nu dus een verzetdagvaarding uit te brengen aan de verhuurder. Dit deed de huurder ook, maar voor de verkeerde rechter. Als je als gedaagde verzet instelt, dan dien je de (initiële) eisende partij op te roepen om voor dezelfde rechter te verschijnen als waar de procedure in eerste instantie plaatsvond. In deze zaak had de huurder de verhuurder wel binnen 4 weken in verzet gedagvaard, hij had de verhuurder echter gedagvaard om te verschijnen bij een bodemrechter, in plaats van bij de kort geding rechter waar de zaak in eerste instantie diende. 

Hoewel ik al doorhad dat de verhuurder werd opgeroepen voor de verkeerde rechter heb ik de huurder dat in eerste instantie niet laten weten. De termijn voor het instellen van verzet (4 weken) is namelijk erg strikt. Als de huurder binnen deze termijn het verzet niet correct had ingesteld, zou ik de zaak namens de verhuurder niet alleen in eerste instantie, maar ook in tweede instantie winnen. Enkel op formele gronden. Dat zou de eenvoudigste manier zijn voor verhuurder om van de zaak af te komen. Helaas werd de huurder kort na het uitbrengen van de (verkeerde) verzetdagvaarding wakker. Hij liet alsnog een herstelexploot (nieuwe verzetdagvaarding) uitbrengen om de eerdere onjusite oproep te corrigeren. Ditmaal werd de verhuurder wél juist (voor de kort geding rechter) opgeroepen. Inmiddels was de 4 weken termijn echter al verstreken. Reden waarom ik namens mijn cliënt aan de rechter heb verzocht om de huurder niet-ontvankelijk te verklaren in diens vorderingen. Volgens de huurder was dit onzin, hij had het gebrek in de eerste oproep immers laten herstellen door een tweede (wel correcte) oproep uit te brengen. Mijn reactie hierop was dat de oproep voor een verkeerde rechter geen gebrek was dat hersteld kon worden en dat de tweede oproep die was uitgebracht buiten de vier weken termijn lag. De rechter is hierin meegegaan en heeft de huurder vervolgens niet-ontvankelijk verklaard in diens vorderingen. 

Overigens liet de rechter in hetzelfde vonnis weten dat óók als de huurder wél ontvankelijk was geweest in zijn verzet, hij de vorderingen van de huurder alsnog zou hebben afgewezen. Ook op inhoudelijke gronden meende de rechter namelijk dat de huurder zijn verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst ernstig verzaakt had, en dat de verhuurder aldus in het gelijk gesteld diende te worden. 

Conclusie 

Zo begon het nieuwe jaar voor onze cliënt, de verhuurder, dus goed. Met deze winnende uitspraak, op zowel de formele aspecten als de inhoudelijke aspecten, kan de verhuurder met een schone lei beginnen. Wij kunnen weer een (procestechnisch boeiende) zaak op onze ''gewonnen zaken'' lijst bijschrijven. Zo zien we het graag. Op naar een succesvol 2023! 

mr. M.S. Ducaat

mr. M.S. (Mariëlle) Ducaat

Jurist en Mediator

Mariëlle adviseert en procedeert op het gebied van arbeidsrecht, bestuursrecht, contractenrecht en huurrecht. Volg Mariëlle ook op LinkedIn. Bereikbaar via ducaat@wolderwijd-juristen.nl of 036 522 7007.

Meer van mr. M.S. Ducaat over huurrecht voor huurders:

Veelgestelde vragen: